dinsdag 23 juli 2013

Zwerversbestaan en Snowvege

Na 3 weken met vrienden en familie rond te reizen zijn we nu weer alleen. Dat betekent weer een zwerversbestaan: meer parkings en minder campings. En meer met fiets en tent erop uit.
We zoeken pas een camping op als het fototoestel platte batterij heeft, onze pipi-bak knalvol zit, mijn haar dringend eens gewassen moet worden, de watertank leeg is of de I-pad plat is. Tussendoor staan we zowat overal, op een klein parkingkje midden in de bergen of langs een fjord, maar liefst met de tent op een heuveltop een eind van de weg af, aan een riviertje of waterval, dat is voor ons het toppunt van reizen. We zijn in ons element als we een eind kunnen fietsen en dan de tent opzetten in the middel of nowhere. De Snowvege, van fjord tot fjord over een bergmassief van meer dan 1000 meter hoog was een schitterende tocht (wel eerst met de mobilhome tot ongeveer boven gereden en dan vooral naar beneden bollen), echt genieten met de haren in de wind. Zo'n rit wil je absoluut niet vanuit de auto meemaken, die moet je voelen, rieken, strelen, en bij 10km per uur gade slaan. De snowvege is bovendien een 'turistvege' en dan kom je ook af en toe 'architecturkes' tegen: kleine ingrepen in het landschap, een architecturaal hoogstandje als openbare WC, een installatie/paviljoen of een uitzichtpunt om u tegen te zeggen, van vooraanstaande architecten. Die 'architecturkes' zijn schitterend.
Johnny wacht na zo'n ontspannende tweedaagse fietstocht bergafwaarts wel de zware opdracht om de mobilhome weer op te pikken en de bol-tocht weer naar boven te fietsen in enkele uurtjes, maar ondanks het gezweet en gepuf is dat een fysieke uitdaging die niet veel mensen hem nadoen en die de conditie top houdt.







































maandag 22 juli 2013

De Rallarvegen

Na 5 dagen op dezelfde camping in afwachting van Max zijn beterschap zijn we content dat we nog eens iets gaan 'ondernemen'. En het is niet niks: we gaan met Frans en Kris Noorwegens mooiste fietstocht maken, de Rallarvegen. Een weg van Haugastol (800 meter hoog) tot Flam (zeeniveau, aan de fjord) over een hooggebergte (pas op 1340 meter) die ooit diende om de spoorbaan Oslo-Bergen aan te leggen en die nu in al de boekjes wordt aangeprezen als beste fietstocht. 86 km. Eerst gedurende 40 km 500 meter omhoog en dan op 46 km 1340 meter omlaag. We maken er een driedaagse van en slapen 2 keer in een DNT-hut.
De eerste dag is het bij de start een klein beetje zonnig, maar al snel totaal bewolkt en onbeschrijfelijk harde wind op kop. We beuken vooruit en genieten van het landschap. Na 20 km zijn we blij met een hartjeswafeltje in een knutselig cafeetje en moeten we bekomen van de wind. De volgende 7 km komt daar nog eens wat motregen bij, we komen goed nat en compleet uitgewaaid aan in de 'bemande' DNT-hut (sjiek volpension hotel eigenlijk, en best prijzig). Maar het avondeten laat zich smaken, en de beddekes ook! Dag 2 start met een goed ontbijt buffet, gevolgd door striemende regen en nog meer wind op kop. Frans en Kris twijfelen over een terugkeer, maar zetten toch mee door, want wij denken niet aan teruggaan. Over sneeuw, in wind en regen, langs meren in de mist, over een heel slecht pad met dikke losse stenen en naast de spoorlijn kronkelt onze weg. De mist ontneemt ons het zicht over de bergen. Gelukkig is er weer een café-hutje om ons halverwege de rit wat te verwarmen, de tas hete thee smaakt. Tegen 15u bereiken we de onbemande DNT-hut met 53 bedden en een zalig kacheltje. De gezellige sfeer en warmte van deze hut is onze welverdiende beloning voor de extreme dag in weer en wind. Gelukkig is het stralend weer als we ontwaken... heerlijk!!! Dan zien we nog wat van het landschap, Yes! Frans vat de drie dagen Rallarvegen goed samen als we net op de fiets zitten: "Johnny, ik heb 2 dagen gevloekt, maar dit zou ik voor geen goud willen missen!" Het landschap is prachtig en het is stevig dalen. We zijn 's middags al in Flam waar we tegen 18u de trein terug nemen naar onze auto's, om zo de hele fietstocht in flash back nog eens mee te maken, maar dan volledig onder een strakblauwe lucht.
( klein detail: platte batterij bij aankomst aan de mobilhome, Frans laadt de batterij weer startklaar en Johnny rijdt 40 km terwijl wij - het is al laat - pizza's bestellen) Na de pizza's nemen we afscheid van Frans en Kris die naar het warme Zweden trekken.





































Met Frans en Kris in Hovet (de ziekenboeg)

In Geilo zegt de dokter dat Max moet uitzieken (een vingerprik wijst op een virale infectie, dus geen antibiotica) en Ventolin puffen en geeft ons kortisone-bruistabletjes mee voor in noodgeval. We moeten het dus rustig aan doen op de volgende camping in Hovet waar we met Frans en Kris hebben afgesproken, maar dat blijkt geen probleem. Frans is ook niet tip top in form en rust graag zoveel mogelijk en Kris wordt 12 juli 60 jaar. Dat wordt gevierd met veel tekeningen en zelfgeknutselde slingers, taart en lekkere koffie van Tom, een sauna met dompeltrog op de camping en aperitiefhapjes. We komen de eerste twee dagen niet van de camping. Max blijft ziek, de meisjes willen knutselen en trampoline springen en wij hebben genoeg bij te praten met Frans en Kris. Iedereen geniet van de rust.
Dag 3 trekken Tinka en Jolan er op uit met Frans en Kris met de auto, Johnny jogt hen achterna en ik blijf bij Max die na de kortisonedosis van gisteren avond (de nood leek ons na 4 dagen doodziek hoog genoeg) eindelijk wat aan de betere kant is, maar nog zoveel mogelijk rust kan gebruiken.
Dag 4 is Max helemaal zonder koorts en echt wel genezen, maar oh wee, ook meneertje NEE. Alles is NEE. Hij voelt zich nog niet helemaal lekker in z'n vel (is depressiviteit een bijwerking van kortisone?). 'Nee drinken', 'nee slapen', 'nee spelen', 'nee', 'nee steentjes gooien' ( zelfs dat niet!), 'nee koek', ...
Johnny en ik vertrekken om 21u naar een schuilhut, Kris slaapt in de mobilhome en past op de kindjes. We wandelen (bergop) en rennen (bergafwaarts) door wind en regen. 2 uur gaan we door het desolate stenige berglandschap en zien niet verder dan 100 meter. Loeiharde wind op kop. De ijskoude regen striemt en toch voelt het lekker om er weer op uit te trekken. Na 4 dagen ziekenboeg-camping is het heerlijk om weer op avontuur te gaan. Ik hink-stap-spring achter Johnny aan, kletsnatte voeten van de regen en de vele stroompjes die we over springen. Iets na 23u vinden we het kleine houten cabanneke met kacheltje. We rollen ons in onze slaapzak en hopen op helder en droog weer. Helaas. Er is geen regen meer, maar nog steeds geen vergezicht. Om 11u 's ochtends komen we alweer aan op de camping na ons kort maar heftig uitje. De sauna 's avonds met Kris (Frans is weer eens van dienst bij de slapende kindjes) is perfect om de harde kille wind uit onze botten te verjagen.
We beslissen om nog een extra dag te blijven alvorens de Rallarvegen te fietsen tot Max 100% gerecupereerd is, hij heeft nog veel dutjes nodig. Max is 5 dagen echt super ziek geweest en heeft blijkbaar minstens zoveel dagen nodig om weer een beetje de oude te worden. We geven hem tijd, en onszelf en Frans en Kris ook.