maandag 24 juni 2013

Kjerag bij Lysebotn

Een indrukwekkende rit door een maanlandschap lijdt ons naar de parking aan de start van de tocht naar Kjerag, een veel gepubliceerde ronde rotsblok die geklemd zit tussen twee kliffen, 1000 meter boven de Lysefjord. We zijn verliefd op het landschap. We kunnen geen 5 km rijden zonder aan de kant te gaan staan en foto's te nemen. De weg slingert. We zien hier en daar vlekken sneeuw, ontelbaar veel kleine meertjes, hoge toppen, veentjes en moerassen, ... alles samen ongeveer het mooiste en meest desolate landschap dat we zagen in al onze reizen samen. Jolan en Max liggen al in diepe slaap en Tinka begrijpt om 21:17u vanuit haar hoge bedje maar niet waarom we elke 5 minuten uitstappen.

De voettocht naar de Kjerag lijkt te hoog gegrepen, 2,5 uur heen en 2,5 uur terug, "niet geschikt voor kleine kinderen vanwege de moeilijke klims en het onvoorspelbare weer" staat genoteerd op het infobord aan de parking. We vertrekken zonder de ambitie om de ronde rots te zien blinken, maar met goesting om te klauteren en door dat onmetelijke landschap te wandelen. Na een uur klimmen, meestal in de regen, pinnen we de shelter tegen een rots voor een piknik en gaat Johnny in looppas alleen verder tot aan de Kjerag. Wij zetten de I-pad aan en luisteren een uurtje in de regen dicht bij elkaar naar verhaaltjes tot Johnny bezweet terug komt gerend. Het afdalen is zoals verwacht moeilijker en we motiveren de meisjes door ze te verlekkeren op een filmpje met popcorn in de mobilhome. Zoals altijd zijn Tinka en jolan echt wel flink en zijn andere stappers verbaasd als ze die twee kleine liefjes over de stijle rotsen zien gaan. Max hangt uitgeregend op mijn rug.

We rijden eerst nog via 27 haarspeldbochten en een 1,1 km lange smalle rotstunnel naar zeeniveau, op 8 km 800 meter lager, tot in Lysebotn, niet meer dan een handvol huizen, een jeugdherberg en een camping geklemd tussen de loodrechte wanden langs de fjord, aan het uiterste puntje van het water. Morgen nemen we hier de ferry door de ganse fjord richting Stavanger.

































Noorwegen, een eerste indruk

Ik hoor de eerste 300 km na Oslo Johnny achter het stuur regelmatig zeggen: "Noorwegen overtuigd mij nog niet, Zweden blijft de favoriet." Tot het echte werk begint: van viaduct door tunnel over brug langs ravijn over brug door tunnel. Bij elke tunnel die je uit rijdt een heel andere fjord, een vallei, een dal en een kloof met watervallen.
Zweden is vrouwelijk. Noorwegen is mannelijk.
Zweden is lieflijk, mild, glooiend, rustig, hartelijk, gastvrij, zacht.
Noorwegen is fel, onstuimig, sterk, onvoorspelbaar, bruusk, krachtig, woest, dramatisch.
Ik krijg flashbacks naar de lessen kunstgeschiedenis, naar de schilderijen van Caspar David Friedrich (zo heet hij toch, niet?), waar de mens klein en machteloos is in een landschap onmeetbaar groots en wild, met bijzonder licht, mist, een wolkenhemel met dreigende donkere stapelwolken en een streep zon tegelijk. Dat is Noorwegen.
.... En we zijn nog niet eens aangekomen bij de ECHTE fjorden.
We reden de zonnekust langs met maar een stop, in Risor, een stadje met goed bewaarde witte houten huisjes. In Mandal treffen we een laatste dag omama en opapa die op terugreis zijn, op een regenachtige camping aan een strand waar we door de gietende regen níet van hebben kunnen genieten. In de heftige regen rijden wij s' avonds verder landinwaarts richting Lysebotn, het puntje van de Lysefjord, en slapen Linda en Dirk hun laatste nachtje in Noorwegen.















OSLO, Vigelandpark en opera

Vanuit het mobilhomeparadijs langs een haventje net achter het schiereiland Bygdoy waar een echt vikingschip ligt, verkennen we Oslo. (zie foto's "het leven zoals het is...")
We zijn genoodzaakt om de eerste anderhalve dag met stepjes, bus en tram door de stad te gaan, want Pino Hase (de ligfiets) krijgt een beurt bij de fietsenmaker.

We kunnen vloeken op het fijn stof van onze Antwerpse ring en daar ook uren over redetwisten -brug/tunnel- maar god zij dank hebben we tenminste een ring, weliswaar niet rond en aan de krappe kant, maar toch. Oslo heeft er GEEN waardoor al het doorrijdend verkeer de stad in wordt gezogen en tussen stad en waterkant scheert in tunnels en banen. Verschrikkelijk. Het witte operagebouw, de haventjes, de groene schiereilanden, dit alles is afgesneden van de chaotische stad door de E18. De uitdaging voor Oslo om haar kade op te krikken tot aangename verblijfsruimte als onderdeel van het stadsleven is een stuk groter dan het herwaarderen van onze kaaien inclusief het omhoog voeren van de waterkering. De heraanleg van de kaaien lijkt peanuts vergeleken met wat Oslo te doen staat om stad en water te verzoenen.
Stadinwaarts krijg je vaak een Brussels gevoel: stevig op-en-af, tunnels en bruggen, kolossen van gebouwen uit een fout tijdperk, veel verkeer, chaotisch, bouwputten, winkelcentra waar zigeuners bij de draaideuren samen troepen, hier en daar statige neoclassicistische gevels, aan het einde van de straat hoge kantoorgebouwen, trams en bussen, een sfeervol winkeltje, een handvol straten met historische panden, een theater, dan weer een Carnotstraat met bedelaars, te weinig fietsruimte en te veel verkeer. Oslo is zoals Brussel een stad waar je de fijne cafés en wijkjes moet kennen en de horden mensen en auto's erbij moet nemen, om ervan te houden.

Wij houden in Oslo vooral van het Vigeland beeldenpark en het prachtige operagebouw (zonder zonnebril keer je op een zomerse dag wel met een kramp in je wenkbrauwen en een verblinde blik terug door de overvloed aan witte steen).

Tijdens de terugreis staan voor Oslo (we nemen in Oslo de Colorline ferry terug naar Kiel in Duitsland) nog op het programma:
Het vikingschip en de grootste skischans van Europa.






























dinsdag 18 juni 2013

Het leven zoals het is...

..... in en rond de mobilhome op de mobilhomeparking van Oslo.













Een BALANSKE na 2 maanden Scandinavië

We zijn net in de helft. We zijn 17 maart vertrokken en nemen op 19 augustus de COLORLINE ferryboot terug van Oslo naar Kiel in Duitsland. Perfect moment voor wat 'facts en figures'

61 nachten zijn we onderweg:

5 nachten in Nederland
14 nachten in Denemarken
42 nachten in Zweden

21 x met de mobilhome op een parking geslapen
20 x met de mobilhome op een camping gestaan
3 x de mobilhome op een baantje in de bossen stilgezet
1 x een stuga/minihuisje gehuurd na een regenfietsdag
3 x met de tent in het wild gestaan
5 x de tent op een camping rechtgetrokken
7 x in een gratis windshelter/schuilhut overnacht

Meerdaagse fietstochtdagen:
3 dagen Fyns Hoved in Denemarken
8 dagen rond Asne-meer tot Ursult in Smaland, Zweden
2 dagen op Oland, Zweden
4 dagen langs de Klaralven in Varmland, Zweden

3543 km afgelegd met de mobilhome
(Dit lijkt veel, maar is met een daggemiddelde van 58km zeker niet meer dan iemand die dagelijks vanuit Antwerpen naar Brussel pendelt!)
voor 663€ diesel getankt
Ongeveer 590 km gefietst (de 10-tallen km's in de steden niet meegerekend)

Tinka doet niets liever dan tekeningen uit een kleurboek overkalkeren
Jolan kleurt intussen ook fijn binnen de lijntjes
Max kleurt liefst op zijn benen en naast het blad,
maar hij praat met 3-woord-zinnen en vindt alles groot of klein of mooi of leuk
"Grote boot" "kleine tore" "lekker moeke" (snoepke) "leuke peeltuin"



Dag ZWEDEN

Dag Zweden van bossen en meren
van de zoete meiklokjesgeur
van de steden en dorpen vol seringen
van de geur van vers gezaagd hout

Dag windshelters en schuilutten
dag vuurplekjes en piknikbanken
hudo's voor gehandicapten
in the middel of nowhere

Dag fiskekort, kyrka en loppis
ronde roosterbroodjes met gerookte zalm
patatismos en kotterbullar met lingus
en niet te vreten Kalleskaviaar

Dag eindeloze dennenbossen en berken
joekels van rotsen tussen die bomen
overal menierode houten huisjes
met een tuintafeltje op de steiger
en een serre en een sauna