zondag 17 februari 2013

VERSLAG - einde etappe 2, de zuidkust

9 februari. Curio Bay en Porpoise Bay. Ontbijt met pannenkoeken, spelen in de golven met een dozijn Hector dolfijnen om je heen, een dutje onder de shelter die je afschermt van de hete zon, Johnny maakt heerlijke gebakken patatjes met een stoofpotje van courgette, tomaat en worteltjes, gaan kijken naar de geel-ogige pinguïns die aan land komen na een dag stoeien in zee, en als de kinderen slapen met een schoon muzikske kijken naar de sterren boven de kliffen. Ik ben er zeker van dat dit mijn mooiste verjaardag was (naast die van 10 jaar geleden op een eiland in Maleisia).
We kijken na een 7tal fantastische dagen fietsen in de Catlins -de zuidkust- een beetje op tegen de twee dagen die ons resten tot bij de grote stad, Invercargill. Twee dagen van 45 km. Na de eerste 25 km worden we naast de weg aangesproken door een koppel sympathieke Nieuw zeelanders (net stevig naar boven aan het zwoegen). We worden uitgenodigd om in hun privé hutje aan zee in de baai achter hun boerderij te overnachten, wel ietsepietsie uit de richting. Geeft niet zegt de boer, ik geef jullie morgen wel even een lift tot in Invercargill. Boer en boerin hadden 5 dochters, 360 koeien en 100 schapen. Super sportieve mensen, mama deed met 2 dochters aan een soort triatlon: 360 km kayak, lopen en fietsen over 3 dagen. Hun strandhutje stond op een onvergetelijke plek! Een cabanneke aan het strand achter de kliffen met buiten drie zwarte zwanen in zee geen levend wezen in de weide omgeving. De volgende dag was het miezerregen dus die lift was ook een zegen! Meneer boer was echt een fantastische vent.
De volgende dag met (potverdorie dure) bus van Invercargill tot Queenstown.
In pittoresk stadje Arrowtown laten afzetten (oud mijnstadje dat omgetoverd is tot Bokrijk-shopping-stadje, maar heel snoezig) omdat daar Marc (ooit nog Nederlander geweest, tot z'n 2 jaar) en Kylie wonen met hun 3 kinderen. Zij hadden vorige week (al kamperend op dezelfde camping) vriendelijk voorgesteld om te komen logeren in hun tuin. Na een heerlijke bbq de tent opgezet achter trampoline en touter. Tinka en Jolan vonden het fantastisch om Sierra's princessenkleren aan te trekken, in haar kamertje wat te spelen en tv te kijken. De volgende ochtend snel de tent uit om Sierra uit te wuiven als ze door de schoolbus wordt opgepikt. Het was een heel gezellige en gastvrije familie.
We blijven een 4tal dagen rond Queenstown rondhangen en fietsen, alvorens met de bus weer tot Christchurch te rijden. Queenstown ligt verrukkelijk ingeklemd tussen bergpieken (van 1800 meter) en een groot meer (op 1100 meter). Er zijn twee DOC campings op een 15 km van Queenstown, een aan het grote meer (nacht 1) en de ander aan een klein meertje 500 meter boven het grote meer, bij Lake Moke (nacht 2 en de voorraad eten laat ons ook nog net nacht 3 toe). De 6 km fietsduwen recht naar boven is meer dan de moeite waard, Lake Moke is onze droomkampeerplek: overal rondom rond knappe scherpe bergtoppen, een klein helder meertje, glooiende groene grasjes, met de tent vlak aan het water, weinig volk her en der verspreid, en een enthousiast al wat ouder hippie koppel dat deze primitieve DOC camping beheert, zelf slapend in een bus, en wat wandel, horse trekking en mountainbike tracks rond het meertje. Oh wat was het daar verrukkelijk, een paradijs.

Morgen vroeg met de bus weer naar Chrrischurch om van daar de dag erop de trans-alpine trein te nemen naar de Arthurs pass, dan is het nog meer een klein stukje stijgen tot aan de pas en dan bollen bollen bollen bollen naar Greymouth aan de westkust. YES.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten